Aert van Nesstraat (Rotterdam)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Aert van Nesstraat
Aert van Nesstraat in 2009
Geografische informatie
Locatie       Rotterdam
Stadsdeel Centrum
Begin Mauritsweg/Schouwburgplein
Eind Coolsingel en de Meent
Lengte ca. 350 meter
Algemene informatie
Genoemd naar Aert Jansse van Nes
Naam sinds 1873
Bestrating klinkers
Portaal  Portaalicoon   Rotterdam

De Aert van Nesstraat is een straat in het centrum van Rotterdam, en loopt van de Mauritsweg / Schouwburgplein naar de Coolsingel. De straat werd in het kader van de 19e-eeuwse stadsuitbreiding aangelegd in het verlengde van de Meent, die voorheen ten einde liep op de oostelijke oever van de Coolvest. De straat werd in 1873 vernoemd naar de Nederlandse zeeheld en vlootvoogd Aert Jansse van Nes.

Van 1886 tot 1940 stond hier de Groote Schouwburg. Tussen 1945 en 1947 werd een nieuwe Rotterdamse Schouwburg gebouwd met 1,7 miljoen afgebikte stenen van gebombardeerde gebouwen. Dit gebouw is in 1988 vervangen door een nieuwe Schouwburg.[1]

Fotogalerij[bewerken | brontekst bewerken]

Aan het uiteinde van de Aert van Nesstraat, op de kruising met de Coolsingel, staat links het pand van MeesPierson (de vroegere Bank Mees & Hope), in welk pand eerst de Bank voor Handel en Scheepvaart was gevestigd, met aan de overkant het NH Atlanta Hotel Rotterdam. Rechts van het hotel bevindt zich de acht verdiepingen tellende garage Bijenkorf parking. Er zijn reële plannen om de parking te slopen en parkeerplaatsen ondergronds aan te leggen.

Op de plaats waar nu de parkeergarage staat, stond voor de Tweede Wereldoorlog een wooncomplex, waar in 1916 de latere schilder Willem de Kooning (1904 - 1997) als 12-jarige woonde. De Willem de Kooning Academie aan de Blaak is naar hem vernoemd.

Varia[bewerken | brontekst bewerken]

In de jaren 1930 werd een volksgebruik van de Aert van Nesstraat beschreven dat bestond uit het bakken van eieren op het asfalt van de straat. Dit geschiedde enkel tijdens zeer hete zomerdagen als het asfalt langdurig door de zon werd beschenen.[2][3]