Baljuwschap Zuid-Holland

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Baljuwschap Zuid-Holland
Onderdeel van het Graafschap Holland
1236 — 1795

Het baljuwschap Zuid-Holland was een tot het graafschap Holland behorend baljuwschap.

Graaf Willem II van Holland (1234-1256) stichtte naar Vlaams voorbeeld vier baljuwschappen, waar namens hem recht kon worden gesproken. Het waren van noord naar zuid:

Het baljuwschap Zuid-Holland strekte zich uit over het zuidelijk deel van de huidige provincie Zuid-Holland en het noordwestelijk deel van de huidige provincie Noord-Brabant. De grens tussen de baljuwschappen Noord-Holland en Zuid-Holland werd gevormd door de Maasmond, de Merwede en de Hollandse IJssel.

Door de Sint-Elisabethsvloed van 1421 was de geografische eenheid van het baljuwschap verloren gegaan. Delen van het baljuwschap lagen op het Eiland van Dordrecht, de Alblasserwaard, de Krimpenerwaard, de Riederwaard, de Zwijndrechtse Waard, de Hoeksche Waard en in de Langstraat. Het juridisch centrum van het baljuwschap was Dordrecht. Het gebrek aan eenheid werd niet alleen veroorzaakt door het water, veel dorpen vielen buiten het baljuwschap, omdat ze behoorden tot de hoge heerlijkheden.

Met de komst van de Bataafse Republiek in 1795 kwam er een einde aan het baljuwschap.

Heerlijkheden in het baljuwschap[bewerken | brontekst bewerken]

Tot het baljuwschap behoorden de volgende ambachtsheerlijkheden:

In het huidige Noord-Brabant:

  1. Werkendam
  2. Dussen-Munsterkerk
  3. Dussen-Muilkerk
  4. Standhazen
  5. Drimmelen
  6. Raamsdonk
  7. Hendrik Luiten Ambacht
  8. Groot-Waspik
  9. Klein-Waspik
  10. 's-Grevelduin-Capelle
  11. Nederveen-Capelle
  12. Zuidewijn-Capelle
  13. Vrijhoeve-Capelle
  14. Besoijen
  15. Sprang

Op het eiland van Dordrecht:

  1. Dubbeldam
  2. Wieldrecht
  3. Mijl

In de Zwijndrechtse Waard:

  1. Heer Jansdam
  2. Groote-Lindt
  3. Kleine-Lindt
  4. Heer Oudelands Ambacht
  5. Zwijndrecht of Schobbelands Ambacht
  6. Meerdervoort
  7. Kijfhoek
  8. Hendrik Ido Ambacht en Schildmanskinderen Ambacht
  9. Rijsoord
  10. Strevelshoek
  11. Sandelingen Ambacht of Adriaan Pieters Ambacht

In de Riederwaard:

  1. Ridderkerk
  2. Oost-IJsselmonde
  3. West-IJsselmonde
  4. Oost-Barendrecht
  5. West-Barendrecht
  6. Carnisse

In de Alblasserwaard:

  1. Sliedrecht
  2. Naaldwijk
  3. Lokhorst en Niemandsvriend
  4. Alblasserdam
  5. Nieuw-Lekkerkerk
  6. Streefkerk
  7. Molenaarsgraaf
  8. Brandwijk en Gijbeland
  9. Bleskensgraaf
  10. Giessen-Oudkerk
  11. Giessendam

In de Krimpenerwaard:

  1. Krimpen aan de Lek
  2. Krimpen aan den IJssel
  3. Ouderkerk aan den IJssel
  4. Berkenwoude en Achterbroek
  5. Stormpolder (Kralingen)
  6. Stolwijk (grootste deel, een kleiner deel behoorde bij baljuwschap Blois)

In de Hoeksche Waard:

  1. Puttershoek
  2. Maasdam
  3. Mijnsheerenland van Moerkerken
  4. Heinenoord

Baljuws[bewerken | brontekst bewerken]

PERIODE BALJUW
? - 1306 - ? Simon van Markenburg[1]
< Jun.1318- > Apr.1321 Jan van Bergen[2]
Aug.1321- > Okt.1323 Mathias Rengersz.[2]
< Sep.1326- > Apr.1327 Willem de Molenaar[2]
< Jul.1327- > Jul.1327 Jan van Rozenburg[2]
< Jul.1329- > 1329 Jan van den Zijl[2]
< Mrt.1333- > 1333 Jan van Sassenheim[2]
1344-1346 Roelof van Dalem[1]
1347-1348 Filips van Polanen[1]
1349 - 1351
1352-1355 Daniël van der Merwede[1]
? - 1414 - ? Jan van Drongelen
1450-1456 Floris Oem van Wijngaarden[1]
1673-1721 Pompejus de Roovere